9°4 30 DECEMBER 1921. doch ook niet juist, dezen post op de begrooting te brengen, geraamd naar de opbrengst eener verordening, die nog niet door den Raad was aangenomen en zelfs niet aan den Raad was bekend. Hij herinnert aan het gebeurde bij de behan deling der begrooting voor 1921, toen een post van f 20.000. op dergelijke wijze was uitgetrokken. De ondervinding heeft geleerd, dat zulks ten eenenmale geheel onjuist was. Boven dien heeft het spreker in bijzondere mate verwonderd, dat in de memorie van toelichting staat, dat een wijziging van deze verordening in voorbereiding is. Hebben immers niet Burgemeester en Wethouders enkele maanden geleden eene voorgestelde zoodanige wijziging in haaf geheel teruggenomen, omdat de Raad meende niet met dit voorstel in zijn geheel te kunnen meegaan Blijkbaar is het College dus van meening veranderd, terwijl wellicht het gebeurde bovendien een leering kan zijn om niet altijd een voorstel onmiddellijk terug te nemen wanneer men niet geheel zijn zin kan krijgen Meerdere leden dringen aan op verhuring der staanplaatsen bij het station. Antwoord De al of niet voldoende betaling door de aardappelen- schippers steunt op de verordening op het gebruik van open baren grond en water. Een voorgestelde wijziging dezer verordening werd door 'U 2 malen van de hand gewezen. Deze post zal thans tot f 725,worden teruggebracht. Het ligt in ons voornemen de staanplaatsen bij het station te verhuren. De plannen daarvoor zijn in bewerking. De heer FEBER deelt mede, dat deze post met f6775,— moet worden verminderd, tengevolge van het niet-aannemen der wijzigingsvoorstellen van Burgemeester en Wethouders betreffende de verordening op de heffing voor het gebruik van openbare gronden en wateren. De heer CERUTTI merkt op, dat de Raad die voorstellen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 904