25 FEBRUARI 1921.
93
verbinden, dat de oud-leden in de gelegenheid moeten
worden gesteld hun instrument terug te koopen hun zou
daardoor een zeker recht op dat instrument worden toege
kend, Spr. is echter van meening, dat een dergelijke restrictie
niet bij een publieken verkoop kan worden gemaakt.
Den heer KORTEWEG bevreemdt het, dat den Raad
geen mededeeling is gedaan van den aanwezigen inventaris.
Spr. vraagt of ook de muziekstukken bij den verkoop inbe
grepen zijn.
De VOORZITTER zegt, dat het hier alleen om de instru
menten gaat.
De heer CERUTTI is van meening, dat de oud-leden van
het korps eerst de gelegenheid moet worden geboden om
hun instrument tegen de getaxeerde waarde terug te koopen
de overige instrumenten kunnen dan publiek worden verkocht.
De heer MARTENS heeft verschillende muzikanten ge
sproken, die hun instrument gaarne zouden willen terug
koopen. Spr. zou daarom met leedwezen zien, dat tot pu
blieken verkoop werd overgegaan en zal derhalve het voorstel
van Burgemeester en Wethouders steunen.
De VOORZITTER vindt geen redenen aanwezig om het
zich in deze zoo moeilijk te maken door de gedragslijn te
volgen, welke de heer Cerutti aangeeft.
De heer CERUTTI handhaaft zijn voorstel om de muzi
kanten, welke daartoe den wensch te kennen geven, hun
instrument tegen 'de geschatte waarde te latei) behouden en
de rest publiek te verkoopen.
De heer HORN IX vraagt nog, welke waarborg het College
van den kooper heeft, dat deze de instrumenten zal afstaan
aan de muzikanten, die zulks wenschen. Er zijn een tiental
oud-leden van het korps, die hun instrument willen terug-
koopen.