25 FEBRUARI 1921. 95 grootst „Volgens punt 4, i° lid, van de algemeene bepalingen, „behoorende bij de salarisregeling voor de ambtenaren in „dienst dezer gemeente, vastgesteld 4 Maart 1920, wordt „het salaris van de op dat tijdstip in functie zijnde ambte naren, ingedeeld in de 9dc en hoogere groepen, waartoe ook „de adjunct-directeur van openbare werken behoort, vermin- „derd met een bedrag, gelijk aan de geschatte huurwaarde „der woning voor de personeele belasting voor het dienst baar 1920. „Deze korting op het salaris bedraagt voor den adjunct- „directeur f 350.per jaar en blijft gelden, totdat de ge meenteraad hieromtrent eene andere voorziening heeft „getroffen, ook al zou de huurwaarde der woning, om welke „reden dan ook, te eeniger tijd op een hooger bedrag wor- „den gesteld. „Nu ligt het in onze bedoeling de woning aan de Sophia- .straat ter beschikking te stellen van den adjunct-directeur „van openbare werken, doch wij zouden dit tevens gepaard „willen doen gaan met opheffing van het genot van vrije „woning voor dezen ambtenaar, zonder hierbij inbreuk te „maken op eventueele rechten, welke aan het genot van vrije „woning kunnen worden ontleend. „Dit kan geschieden door de woning aan de Sophiastraat „onderhands te verhuren aan den adjunct-directeur en hem „toe te kennen eene personeele toelage, gelijk aan het ver schil tusschen den huurprijs dier woning en het bedrag, „hetwelk thans op zijne jaarwedde wordt ingehouden wegens „het genot van vrije woning. „Wij hebben de eer U derhalve in overweging te geven a. „aan den adjunct-directeur van openbare werken voor „den tijd van drie jaren onderhands te verhuren de „woning aan de Sophiastraat n°. 10 tegen een jaar- „lijkschen huurprijs van f 500.onderbepaling.dat „bij overlijden van den huurder de huur zal eindigen „na afloop van het kwartaal, volgende op dat, waarin „het overlijden plaats had;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1921 | | pagina 95