i
25 FEBRUARI 1921.
97
goed mogelijk is zich met zijn klein gezin tijdelijk te be
helpen. Binnen afzienbaren tijd komt de woning aan de
Halstraat weer vrij en men kan deze dan den heer Bayings
wederom aanwijzen, waarop de heer de Wolf het huis
aan de Sophiastraat zou kunnen betrekken. Men kan dezen,
tot zoolang schadeloos stellen door hem een minderen aftrek
voor huur in rekening te brengen. Spr. is van meening, dat
men den heer Bayings, die zich thans grootere opoffe
ringen moet getroosten, dan de heer de Wolf, nu moet
helpen en wil derhalve de woning in de Sophiastraat laten
betrekken door den heer B a y i n g s.
De heer LIJ DSM AN gelooft niet, dat den heer Bayings
een groote dienst wordt bewezen door hem eerst naar de
Sophiastraat en dan weer naar de Halstraat te doen ver
huizen, bovendien kost zulks de gemeente een niet onaan
zienlijk bedrag aan verhuiskosten. Wat de urgentie-kwestie
betreft, de teekenlokalen bij den dienst van Openbare Wer
ken zijn veel te klein de teekenaars hebben noch licht, noch
ruimte. Spr. heeft trouwens deze zaak reeds vroeger hier
besproken.
De heer HORNIX kan niet medegaan met de zienswijze
van den heer Lijdsman. De heer Bayings is thans
allertreurigst gehuisvest; deze heeft tot 's avonds 9 uur geen
minuut rust wegens het rumoer door de leerlingen der Am
bachtsschool veroorzaakt. Men staat nu voor het geval, dat
er geen andere woning disponibel is dan die in de Sophia
straat. Met het denkbeeld om den heer Bayings later
weer te doen verhuizen naar de Halstraat, kan spr. zich niet
vereenigen. Hij wil daarom de woning aan de Sophiastraat
als dienstwoning voor den heer Bayings beschikbaar
stellen.
De heer CERUTTI zegt, dat z.i. de urgentie-kwestie hier
hoofdzaak is spr. zal daarnaar zijn stem uitbrengen.
De VOORZITTER is ervan overtuigd, dat het voor den