20 MAART 1922. 103 eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot onder- handsche verhuring voor den tijd van zes jaren, ingaande 11 November 1922, van een perceel bouwland gelegen achter de Loopschans aan J. Meeuwesen, tegen een jaarlijk- schen huurprijs van f 85, De heer CERUTTI wijst op het feit, dat de huurprijs met 5° verhoogd is. Spr. vraagt of zulks wel mag inge volge de Huurcommissiewet. De heer LIJDSMAN De Huurcommissiewet geldt alleen voor woningen, terwijl het hier bouwland betreft. Zonder verdere bedenkingen wordt overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot onder- handsche verhuring van de woning aan de Halstraat n°. 32 aan G. J. S e e g e 1 a a r, tijdelijk hoofd der openbare school aan deHoutmarkt, tegen een jaarlijkschen huurprijs van f 500,ingaande 1 Mei a.s. en verder van jaar tot jaar. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 26. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot onder- handsche verhuring van de bovenwoning aan de Groote Markt n°. 19# aan A. J. van Son, referendaris ter Secre tarie, tegen een jaarlijkschen huurprijs van f 630,ingaande 1 Mei a.s. en verder van jaar tot jaar. De heer CERUTTI merkt op, dat particuliere huiseigenaars, ingevolge de Huurcommissiewet, de huur niet met meer dan 50 mogen verhoogen. De gemeente maakt z.i. in dit geval wel wat te veel gebruik van hare bevoorrechte positie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 103