I04 20 MAART 1922. van niet-onder-die-wet-vallende. Spr. vraagt of de Voor zitter zulks wel billijk vindt. De VOORZITTER wijst op het feit, dat er een aanbieding is geweest van f 630,De gemeente mag dan niet haar eigen vijand zijn door tegen een lageren prijs te gaan ver huren. Zonder verdere bedenkingen wordt overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 27. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van het bestuur der Nutsscholen, om beschikbaar stelling van gelden, ten behoeve van de verbouwing der bijzondere school aan de Catharinastraat, luidende als volgt „Van het Bestuur der stichting Nutsscholen alhier ontvingen wij het hierbijgevoegd adres met bijlagen, met verzoek de noodige gelden uit de gemeentekas te verstrekken ten be hoeve van de verbouwing van de bijzondere school aan de Catharinastraat. Zooals uit het verzoek en de daarbij overgelegde stukken blijkt, wenscht het bestuur de school om te bouwen'tot eene school met 10 lokalen, waaronder een gymnastiek- en een slöjdlokaal, en waarvan de kosten worden geraamd op f 88.000,— Het zal U bekend zijn, dat de stichting hier ter stede twee bijzondere scholen heeft, en wel ééne in de Bouwerij straat en ééne in de Catharinastraat. Beide scholen zijn M. U. L. O.-scholen. Die in de Catha rinastraat omvat 9 leerjaren en is van het 3de leerjaar af uitsluitend voor jongens bestemd. De school in de Bouwerij straat omvat 7 leerjaren, aansluitende aan het tweede leer jaar eener gewone lagere school, en wordt uitsluitend door meisjes bezocht. Uit een gehouden samenspreking met het Bestuur der scholen is ons gebleken, dat het wenscht af te zien van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 104