2o MAART 1922.
109
De heer KLUFT kan zich niet bij het oordeel van den
heer L ij d s m a n neerleggen, dat het oprichten van een
betonmuur noodig is spr. acht zoo'n afsluiting te kostbaar
en een afrastering voldoende. Spr. legt er nogmaals den
nadruk op, dat, nu er woningen komen, die ongezonde toe
stand daar moet verbeteren. Spr. kan met het plan-Cerutti
meegaan hoe eerder de sloot gedempt wordt des te beter
zal het zijn, want het is in één woord een zwijnenboel.
De VOORZITTER vindt het een moeilijk gevalde een
wil de gracht uitdiepen, de ander dempen. Men moet niet
uit het oog verliezen, dat de zaak is aangebracht tengevolge
van den wensch om werk te verschaffen. Daarvoor levert zij
echter te weinig op. Uit een hygiënisch oogpunt bezien is
een bedrag van f 87000 ook te hoog, want men zal eerst
dan tot een goede oplossing kunnen komen, wanneer wij
met de mestvaalt weg weten. Omtrent het plan-Cerutti
zal het oordeel van den Directeur zijn in te winnen.
De heer KLUFT vraagt, hoeveel er aan steun wordt uit
gekeerd.
De heer MOLL 400 a 600 gulden per week
De heer CLEMENT vraagt, waar het puin gestort moet
worden, als de Directeur eens mocht adviseeren niet de
gracht daarvoor te gebruiken.
De heer LIJDSM AN hoopt, dat spoedig een geschikte
plaats voor het storten van puin zal worden gevonden. Spr.
is er al met den Directeur op uit geweestmen kan echter
geen terrein daarvoor aanwijzen, waarop later woningen moe
ten worden gebouwd.
De VOORZITTER sluit daarop de discussies omtrent deze
zaak en stelt voor de mededeeling van Burgemeester en
Wethouders voor kennisgeving aan te nemen.
Daartoe wordt besloten.