20 MAART 1922. Zooals thans toch de gemeentehuishouding is ingericht moet elk dienstjaar, wat den gewonen dienst betreft, in zijn eigen behoeften voorzien Telken jare moet derhalve een bedrag aan belasting geheven worden dat noodig is om dat jaar de begrooting sluitende te maken. Het is natuurlijk niet mogelijk om reeds bij de vaststelling der te heffen belasting met juistheid dat bedrag te bepalen. Een zekere speling zal dan ook wel steeds overblijven. Deze zal echter immer bin nen den grens van het toelaatbare moeten blijven en een overschrijding der heffing met ruim 289/893 of ruim 32 is zeker niet te verdedigen. Het is noch rechtvaardig noch billijk om de thans aangeslagenen in die mate te laten bij dragen voor een volgend dienstjaar gedurende hetwelk meer deren misschien niet meer in deze gemeente wonen, terwijl anderen, wier belastbaar inkomen door de tijdsomstandig heden achteruitloopt ook zeer zeker onbillijk zwaar zouden worden belast. Voor deze categorieën springt de rechtvaardig heid eener restitutie al direct in het oog. Ware het nu nog, dat de vorige dienstjaren, wat den gewonen dienst betreft, nadeelige saldo's hadden opgeleverd, dan zou het zeer zeker niet juist zijn tot restitutie over te gaan. Maar ook dit is niet het geval. Integendeel de laatste dienst jaren leverden steeds een voordeelig saldo op. Ook de uitkomsten van den dienst 1921, voor zoover die thans reeds bekend zijn, zijn van dien aard, dat verwacht mag worden, dat met het becijferde bedrag van f 893.000, kan worden volstaan, mede in verband met den op de begroo ting voor dat jaar voorkomenden post van Onvoorzien van ruim f 100.000,waarvan tot heden ongeveer f 46.000, is gebruikt, zoodat in dezen post nog eene reserve van f 54.000,— ligt. Zooals hiervoor door ons is aangetoond is de geschatte opbrengst ruim 32 °/0 meer dan benoodigd is, hetgeen der halve aan de belastingbetalers zou kunnen worden terugge geven. Een afronding tot 30 °/0 komt ons ter vereenvoudiging dier teruggave gewenscht voor.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 112