2o MAART 1922. heden, in de tweede plaats echter het systeem van den Rijksfiscus, die 'geen rekening houdt met een vermenigvul digingsfactor en steeds werkt met kleine kohiertjes. Eertijds werden alle aanslagen op één primitief kohier gebracht, doch thans worden door den fiscus telkens kleine kohiertjes vast gesteld. Deze beide factoren hebben degeheelezaakbeheerscht. Een zekere schuldvraag kan volgens spr. gerust achterwege blijven. Wanneer voor de toekomst met den Rijksfiscus te dien aanzien geen behoorlijke regeling kan worden ge troffen, blijft het bepalen van den vermenigvuldigingsfactor steeds een slag in de lucht en zal men ook voor de volgende jaren aan dergelijke vergissingen bloot staan. Het zit hem slechts in het systeem wij moeten grooter kohieren krijgen. De heer HAALMAN zal niet ingaan op hetgeen de heer Feb er gezegd heeft, omdat zulks hier feitelijk buiten staat spr. zal zich alleen bepalen tot waar het thans om gaat. En dan verklaart hij met een gevoel van vreugde kennis te hebben genomen van dit voorstel, dat zelfs de stoutste ver wachtingen heeft overtroffen. Spr. herinnert aan het feit, dat hij reeds bij de behandeling van de begrooting in de afdeelingen, Burgemeester en Wethouders heeft gevraagd of de opbrengst der inkomsten-belasting de gemaakte raming niet aanmerkelijk zou overschrijden. Hij kreeg toen in De cember j.l. ten antwoord, dat zulks nog niet kon worden gezegd, omdat het College nog niet over voldoende gegevens beschikte. Is dus met bijzondere voldoening van dit voorstel kennis te nemen, toch heeft men zich daarbij af te vragen Is dit wel voldoende Spr. is het met Burgemeester en Wethouders eens, dat in deze voorzichtigheid geboden is, maar wanneer men in de toelichting op het voorstel leest, dat een cijfer van f 289,000,— aan meerdere opbrengst vol gens de mededeelingen van den Inspecteur nog aan den veiligen kant is, dan is spr. ervan overtuigd, dat het aan den zeer veiligen kant is en de opbrengst dit cijfer zeer zeker nog zal overtreffen. Het College heeft juist ingezien,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 114