20 MAART 1922. 121 verwijt zouden hebben gemaakt. Spr. kan den heer Haal- m a n dan ook niet beloven, dat Burgemeester en Wet houders zooiets niet meer zullen doen. Niemand der leden tegen voormeld ontwerp-ant- woord eenige bedenking hebbende, wordt dit alsnu ongewijzigd vastgesteld. 32. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast stelling van een nieuwe rooilijn voor de Zuidzijde van de Veemarkt en een gedeelte van de Boschstraat. De heer LOOMANS vraagt of de rooilijn naar de zijde van de Boschstraat nog niet wat verder kan worden afgerond. De VOORZITTER wijst er op, dat wij bij het vestigen van een bouwverbod uiterst spaarzaam moeten zijn, anders dreigt men bovendien van het een in 't ander te komen. De heer LIJDSMAN zegt, dat hetgeen de heer L o o m a n s wil niet wenschelijk iswij zouden dan heelemaal uit de rooilijn voor de Boschstraat geraken. Zonder verdere bedenkingen wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders be sloten. 33. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver koop van bouwterreinen aan diverse woningbouwvereenigingen. De VOORZITTER stelt voor, de behandeling van dit punt tot een volgende vergadering aan te houden, daar men met het ontwerpen van de voorwaarden nog niet is gereedgekomen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 34. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot aan wijzing van huishoudscholen, ingevolge art. 25 der Nijver heidsonderwijswet, luidende als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 121