20 MAART 1922.
J23
Het komt ons derhalve wenschelijk voor, de noodzakelijk
heid van de oprichting en instandhouding van de hierbe-
doelde huishoudschool uit te spreken en, met het oog op de
wettelijke voorschriften, daarin ook de beide andere scholen
te betrekken, zoodat de gemeenteraad de noodzakelijkheid
zal erkennen van drie bijzondere huishoudscholen, n.l. de
school in de Sophiastraat, die in de Leuvenaarstraat en die
van het Liefdegesticht in de Nieuwstraatdeze laatste tevens
opleidingsschool van leeraressen bij het huishoudonderwijs.
Deze drie scholen zullen dan, met uitsluiting van alle
andere, in aanmerking kunnen komen voor rijkssubsidie en
evenzoo voor de in de wet genoemde gemeentelijke subsidie.
Wij hebben de eer U in overweging te geven overeen
komstig het vorenstaande te willen besluiten".
Mevrouw NEVE-REINTJES vraagt eenige inlichtingen om
trent de opleidingskwestie.
De VOORZITTER deelt mede, dat die kwestie is opge
lost door de school aan de Nieuwstraat aan te wijzen als
opleidingsschool, nadat die school zich bereid had verklaard
20% van de 30%, welke de gemeente volgens de wettelijke
bepalingen moet bijdragen, voor hare rekening te nemen.
Mevrouw NEVE-REINTJES vraagt nog of die school toe
gankelijk is voor alle gezindten.
De VOORZITTER Hier volgt men de voorwaarden van
het Rijk.
Zonder verdere bedenkingen wordt overeenkom
stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
35. Bezwaarschriften in zake den aanslag in de plaatse
lijke directe belasting naar het inkomen, dienstjaren 1919/1920
en 1920/1921.
Wordt besloten overeenkomstig de bijgevoegde
adviezen van Burgemeester en Wethouders.