128
2o maart 1922.
„de eerste tram uit Dongen te Breda aan om 12 uur 28 n.m.
„en moet men vanuit Breda reeds ten 6 ure n.m. vertrekken
„om 's avonds te Dongen nog te kunnen arriveeren. De
„handeldrijvenden en neringdoenden van Breda ondervinden
„van deze slechte regeling de nadeelige gevolgen. Het ver-
„keer van Dongen naar Breda is geheel aan het verloopen
„en verplaatst zich langzamerhand naar Tilburg. De dienst
regeling van Dongen naar Tilburg is dan ook keurig in
„ordevanuit Dongen kan men reeds 8 uur 40 v.m. in
„Tilburg; zijn, terwijl men, vertrekkende 9 uur 40 's avonds
„uit TilburgDongen nog kan bereiken.
„De Kamer van Koophandel en Fabrieken, heeft reeds
„bij de Zuider-Stoomtram op verbetering in de regeling
„aangedrongen, echter zonder succes. Zij kreeg van de Di
rectie ten antwoord, dat de geringe toevoer van kolen een
„beletsel is om verandering in den dienst te brengen.
„Het wil de Kamer echter voorkomen, dat zonder ver
meerderden aanvoer van kolen de dienstregeling zoodanig
„gewijzigd kan worden, dat een veel gunstiger verbinding
„met Dongen verkregen kan worden.
„Waar het hier geldt een voornaam belang van de nering
doenden van Bredaroept de Kamer bij dezen de hulp in
„van het gemeentebestuur ten einde verbetering te verkrijgen.
„De Kamer is van oordeel, dat, waar andere gemeente's
„door het verleenen van ruime subsidie's of anderszins al
„het mogelijke doen om verbetering te verkrijgen in haar
„tramverbindingen, het gemeentebestuur van Breda het in
„haar macht zal hebben om die maatregelen te treffen, die
„noodig zijn teneinde de gewenschte verandering in de dienst
regeling van de Zuider-Stoomtram te verkrijgen".
De laatstgeldende dienstregeling heeft weinig verbetering
in dezen toestand gebracht. Dat zulks nadeelig is voor
Bredablijkt wel uit de volgende cijfers. Het aantal reizigers
van Dongen naar Breda beliep in 1920 28000, terwijl het
vervoer van Dongen naar Tilburg 55000 personen bedroeg.
