2o MAART 1922.
129
Spr. kan eerst dan zijn stem aan dit voorstel geven als i°.
Tilburg niet minder bijdraagt dan Breda en 2°. de dienst
regeling een zoodanige wijziging ondergaat, dat zij meer
rekening houdt met de belangen van Breda.
De heer MEIJVIS zou aan het voorstel willen toevoegen:
mits de vakorganisaties worden gekend in de loon- en arbeids
regelingen.
De heer LIJDSMAN zegt, de commissie-vergaderingen te
hebben bijgewoond. Men heeft uit de overgelegde stukken
kunnen zien, dat het aanvankelijk de bedoeling was, het
aandeel van Breda op f 11.000,te bepalen, later is dat
tot f 9700,verminderd. Waar het Rijk in deze voorgaat,
mag de gemeente z.i. niet achterblijven. Wellicht geeft deze
subsidie ons juist meer invloed op de dienstregeling. Wat
de tractie betreft, deze maakt nog een kwestie uit met het
stoomwezen de nieuwe motor-trams voldoen overigens zeer
goed. Spr. kan in de betere dienstregeling op Tilburg geen
motief vinden om het aandeel van Breda nog te verminde
ren. Hij acht dit bedrag alleszins gewettigd door het groote
belang dat Breda bij het instandhouden van den tramdienst
heeft. Men moet dezerzijds niet zoo kleingeestig zijn.
Den VOORZITTER komt het voor, dat, waar het Rijk
f 80.000,geeft en de Provincie f 40.000,wel van die
zijde rekening zal worden gehouden met de arbeidsvoor
waarden. Zooals bekend is, bestaan ten aanzien van tram
wegen daaromtrent regelingen.
De heer MEIJVIS verklaart, dat, als dit inderdaad zal
gebeuren, hij wel met het voorstel kan medegaan.
De heer KLUFT zegt, dat uit hetgeen de heer Hornix
heeft medegedeeld toch wel blijkt, dat de tram hier 's mor
gens te laat aankomt en dat zoodoende de menschen naar
de markt te Tilburg worden gebracht. Op die manier is de
tram voor Breda meer na- dan voordeel. Het subsidie-bedrag