12
3d JANUARI 1922.
a. dat geen veranderingen worden gebracht in
de grenzen van het perceel
b. dat op de geheele open ruimte op de teeke-
ning aangegeven, niets worde gebouwd of op
gericht
c. dat de wagenloods niet hooger worde opge
trokken dan op de teekening is aangegeven,
zijnde 2.60 meter
d. dat de loods niet van bestemming verandere
en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning
worde ingericht of gebruikt
e. dat ter voldoening aan art. 5 der Woningwet
eene teekening, ingericht volgens art. 99 der
bouwverordening, aan Burgemeester en Wet
houders ter goedkeuring worde aangeboden
dat, wanneer binnen vier maanden na de dag-
teekening van dit besluit van de verleende ont
heffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht
wordt niet te zijn verleend
en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van
een dezer voorwaarden de verleende uitzonde
ring vervalt.
13. Adres van Th. de R u ij t e r, alhier, daarbij onthef
fing verzoekende van art. 14 der bouwverordening voor deze
gemeente ten behoeve van het stichten van een houten ge
bouwtje op het perceel aan den Haagdijk no. 160.
Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezondheids
commissie en den directeur van Openbare Werken, alsmede
een voorstel van Burgemeester en Wethouders om de ge
vraagde ontheffing te verleenen onder de daarbij aangegeven
voorwaarden.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt besloten aan adressant de ge
vraagde uitzondering toe te staan onder de volgende
voorwaarden