130 20 MAART 1922. acht spr. niet te hoog, maar er dienen de noodige stappen te worden gedaan om verbetering in de dienstregeling te verkrijgen. De heer HORNIXZoolang er dat niet instaat, zal ik tegen elke subsidie-verleening stemmen De VOORZITTER meent, dat men een subsidie toch bezwaarlijk kan laten afhangen van een dienstregeling. Trouwens het bedrag houdt verband met het totaal aan passagiers en goederen, die hier aankomen en vertrekken, niet uitsluitend met die uit Dongen. De heer HORNIX Er is geen goede wil bij de Directie De VOORZITTER zegt, dat de Directie bij de dienstrege ling afhankelijk is van talrijke factoren. Gaarne zullen Bur gemeester en Wethouders bij het verleenen van het voor schot den Directeur op het een en ander wijzen en hen verzoeken met de hier geuite wenschen en de belangen van Breda rekening te willen houden. De heer LIJDSMAN verwacht, dat er met de nieuwe tractie wel verbetering zal komen in de dienstregeling. De heer LOOMANS is van meening, dat hetgeen de Directie voor Tilburg kan doen ook voor Breda mogelijk is. Spr. wil daarom de voorwaarde stellen, dat er voortaan evenveel trams van Dongen naar Breda, als van Dongen naar Tilburg rijden. De heer SCHRAUWEN is tegen een subsidie van bijna f 10.000spr. vindt dat bedrag onbillijk. Tilburg mocht wel meer bijdragen dan Breda, want het heeft meer voor deel van de tramverbinding met Dojigen. De heer CERUTTI mist nog een opgaaf van het aantal trams van Oosterhout naar Bredadat kan misschien wel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 130