20 MAART 1922.
De VOORZITTER En de heer M e ij v i s haalt zelf een
getal van 190 ongeorganiseerden aan
De heer SCHRAUVVEN Bij de Post betreft het alleen
losse arbeidskrachten.
De VOORZITTER Burgemeester en Wethouders blijven
bij hun oorspronkelijk voorstel. Spr. moet het voorstel van
den heer Meijvis ernstig ontraden.
De heer MEIJVIS zou het voorstel van Burgemeester en
Wethouders in dien zin willen uitbreiden, dat daaronder
ook vielen de reglementair nog niet rechthebbenden, die
op 31 Januari lid waren van een gesubsidieerde werkloozenkas.
De heer MOLL Die kunnen onder de werkverschaffing
vallen, die hoogst waarschijnlijk morgen kan aanvangen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
(conform het voorstel van den heer Moll) wordt
alsnu zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Daarop komt het voorstel van den heer M e ij v i s
in stemming.
De heer SCHRAUWEN vraagt nog, hoe de controle over
de ongeorganiseerden zal plaats hebben.
De heer MEIJVIS antwoordt, dat de controle bij het Bur
gerlijk Armbestuur zal berusten. Overigens verwijst spr. naar
de eischen door den Minister voor de controle gesteld bij
diens circulaire van 7 December j.l. Ten slotte komt spr.
even terug op het gezegde van den heer B o g m a n s, n.l.
dat deze niet begrijpt, waarom spr. zich zoo druk maakt
over de ongeorganiseerden. De heer Bog mans weet toch
ook wel, dat er organisaties zijn zonder werkloozenkas.
Het voorstel-M e ij v i s wordt alsnu verworpen
met 15 tegen 5 stemmen.