138
20 MAART 1922.
Tegen stemden mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren
Martens, C e r u 11 i, Kluft, B o g m a n s, Van Groe
ne ndael, Van Dijk, H o r n i x, Lijdsman, Oost
vogels, F e b e r, Moll, Clement, Loomans en
Schrauwen.
Voor waren de heeren Haaiman, K o r t e w e g, M e ij-
vis, Van Zweden en Cohen.
39. De VOORZITTER deelt mede, dat de mogelijkheid
bestaat, dat gedurende een week vallende tusschen 25 Juli
en 13 Augustus e.k. de Reizende Tentoonstelling voor Volks
voorlichting op hygiënisch gebied, onder beheer van het
Nederlandsche Roode Kruis, Breda komt bezoeken, mits de
gemeente kosteloos ter beschikking stelt een zaal, minstens
groot 19 bij 9 M., met lichtverbruik en bovendien garandeert
een afname van 1500 entrée's a f 0,50 per stuk (inclusief
stedelijke belasting). Indien de Raad zich hiermede kan ver
eenigen, stelt spr. voor, aan de door het Roode Kruis ge
stelde eischen te voldoen, daar het hier een gewichtig volks
belang geldt.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende wordt dienovereenkomstig besloten.
40. De VOORZITTER doet mededeeling van een schrijven
van het Hoofdcomité tot oprichting van een standbeeld voor
Stadhouder Willem III, waarin het opnieuw zijne waardeering
uitspreekt over de wijze waarop de onthulling is voorbereid
en gevierd en alsnog ter beschikking van den Burgemeester
stelt een som van f 2543,35 te bestemmen ten behoeve van
het beeld. Spr. geeft in overweging deze gift onder dank
betuiging te aanvaarden.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
41. Vragen van het raadslid A. W. Oostvogels in
zake de tram-tractie, luidende als volgt