20 MAART 1922.
139
i°. Er hebben eenige weken geleden niet-officieele of
semi-officieele proefritten met motor-tractor voor de
paardentram plaats gevonden. Zijn Burgemeester en
Wethouders genegen de resultaten dezer proefritten
mede te deelen
2°. Er heeft dezer dagen een publieke aanbesteding plaats
gevonden voor levering van paarden aan de paarden
tram. Zijn Burgemeester en Wethouders genegen mede
te deelen of de gunning reeds heeft plaats gehad en
zoo ja, aan wien
De VOORZITTER zegt, als antwoord op de eerste vraag,
dat de proefneming niet als geheel afdoende moet worden
beschouwd. Er zit zeer zeker iets in, doch later zijn er be
zwaren tegen de tractors ingebracht, die overweging verdie
nen. Wij doen beter ons oordeel eerst eens te doen bezinken
en het resultaat van de gelijksoortige, zoo pas begonnen
motor-tractie op de tramlijn AmsterdamSloten af te wachten.
Ook is nog een plan in onderzoek om den motor op den
wagen aan te brengen. Een en ander geeft Burgemeester
en Wethouders aanleiding eerst eens goed de kat uit den
boom te kijken, alvorens in deze een beslissing te nemen.
Wat de tweede vraag betreft, gezien het geringe verschil,
dat er bestond tusschen den laagsten inschrijver en den
tegenwoordigen leverancier hebben Burgemeester en Wet
houders gemeend de levering der paarden wederom aan
laatstgenoemde te moeten gunnen, daar men dan verzekerd
is van een goede bediening. Wij weten nu eenmaal, wat wij
aan dezen leverancier hebben, terwijl wij ons door gunning
aan een ander op riskant terrein begeven. De meening van
Burgemeester en Wethouders in deze wordt door de Tram
commissie unaniem gedeeld ook Ginneken blijkt zeer te
vreden over dezen leverancier.
De heer OOSTVOGELS is niet tevreden over dit antwoord.
Hij verklaart oorspronkelijk tegen motor-tractie te zijn ge
weest, totdat hij inzage kreeg van een zeer leerrijk artikel,