140
2o MAART 1922.
voorkomende in de Bredasche Courant van 1 December j.l.
en overgenomen uit „De Ingenieur" van 17 September 1921,
van de hand van Ir. H. H. De Jongh, getiteld: „De auto
tram te Groningen"Dit artikel was gewijd aan de exploi
tatie van de tramlijn GroningenPaierswoldeEelde en uit
den inhoud ervan bleek spr„ dat de dienst vlugger en met
minder personeel geschiedt, de prijzen der routes zijn ver
minderd en de winst belangrijk is gestegen. Dit deed spr.
in deze richting een verder onderzoek instellen, tengevolge
waarvan hij thans in staat is de vergadering den motor
tractor in beeld te toonen, hem welwillend door den direc
teur der Groningsche Tramweg-Maatschappij toegezonden
met een antwoord op de door hem gestelde vragen, waarvan
spr. vervolgens voorlezing doet. Daarmede nog niet tevreden,
strekte spr. zijn nasporingen uit tot de tram-exploitatie Am
sterdam Sloten. Van bevriende zijde werd hem namens den
directeur dier maatschappij medegedeeld, dat de tramtractor,
hoewel nog slechts enkele weken in gebruik, uitstekend vol
doet en het zich laat aanzien, dat deze de kosten der ex
ploitatie met 40 a 50 za^ verminderen.
Spr. achtte z'ich als lid van den Raad verplicht waar
hij van de zijde van Burgemeester en Wethouders onkundig
werd gelaten van het resultaat der hier gehouden proef
ritten in deze opheldering te moeten vragen, daar hier
blijkbaar aan paardenbespanning boven motor-tractie de
voorkeur wordt gegeven.
Spr. wil hieraan nog toevoegen, dat, aangezien hij zich
zelf in deze niet volkomen tot oordeelen bevoegd acht, hij
den directeur van de tram GroningenPaterswolde heeft
bereid gevonden hier ter plaatse advies en inlichtingen te
komen verstrekken.
Nu de tweede vraag. De tramkwestie is volgens spr. voor
het Bredasche publiek nog altijd een mysterie. Er loopt een
hardnekkig gerucht, dat de paardenlevering reeds gegund is.
En „Uiltje" heeft wel weer goed gezien