162 24 APRIL 1922. de rekening van ontvangsten en uitgaven van gemeld gesticht over het jaar 1921, vergezeld van de daarbij behoorende bewijsstukken. De VOORZITTER stelt voor, deze rekening tot onderzoek en rapport te stellen in handen eener commissie van drie leden. Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den Raad, dat de Voorzitter deze commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd mevrouw Neve- R e i n t j e s en de heeren Kluft en Oostvogels. 8. Adres van mejuffrouw W. A. C. B a 11 u s, onderwij zeres aan de openbare lagere school aan de Eindstraat, daar bij eervol ontslag verzoekende uit gemelde betrekking, ver gezeld van een prae-advies van Burgemeester en Wethouders, waarbij wordt voorgesteld, het gevraagde ontslag eervol te verleenen met ingang van een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum. Dienovereenkomstig wordt besloten. 9. Schrijven van H. Vriens, daarbij ontslag verzoekende als lid van de commissie voor de werkverschaffing. De VOORZITTER stelt voor, het gevraagde ontslag eer vol te verleenen onder dankbetuiging voorde bewezen diensten. Daartoe wordt besloten. 10. Schrijven van F. C. Snijders, betreffende een in de raadsvergadering van 30 December j.l. te zijnen opzichte gedane uitlating, dat hij niet in het bezit zou zijn eener wettelijke bevoegdheid M. O. (Boekhouden). De heer FEBER zegt, dat hij als voorzitter van de com missie voor de Handelsavondschool deze zaak reeds in een vorige vergadering ter sprake had willen brengen, doch hem

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 162