24 APRIL 1922.
163
de gelegenheid daartoe ontbroken heeft. Spr. leest in de
notulen van het verhandelde in de raadszitting van 30 De
cember j.l. op pagina 810 de volgende uitlating van den
heer Schrauwen: „Voorts heeft de heer Cerutti
zich in afkeurenden zin uitgelaten over de z.g. voorverga
deringen, welke door de R. K. fractie worden gehouden. De
voorstelling, die de heer Cerutti van het geval betref
fende de leeraarsbenoeming heeft gegeven, is echter minder
juist; de heer Vergeer (de Protestant) had een middel
bare akte, terwijl de Roomsch-Katholiek, de heer Snijders,
slechts in het bezit was van een lagere akte." Spr. heeft
daar toen niets op gezegd, maar heeft de zaak onderzocht.
Hij doet voorlezing van een schrijven van den directeur der
Handelsavondschool, waaruit blijkt, dat de heer S n ij d e r s
in het bezit is van de akten Fransch L. O., handteekenen
L. O., handelskennis L. O., boekhouden M. O. en de hoofd
akte, terwijl de heer Vergeer behalve de hoofdakte slechts
één middelbare akte heeft. Uit een en ander ziet men,
dat de heer S n ij d e r s zeker niet minder bevoegd is om
als leeraar in het boekhouden aan de Handelsavondschool
op te treden dan de heer V e r g e e r. Spr. zou dan ook den
heer Schrauwen in overweging willen geven, te erkennen,
dat hij zich heeft vergist.
De heer SCHRAUWEN verklaart zich niet vergist te
hebben hij is afgegaan op verkeerde inlichtingen, welke
het deden voorkomen alsof de heer Snijders niet in het
bezit was van de akte M. O. boekhouden. Nu het tegendeel
is gebleken, wil spr. gaarne zijn woorden intrekken
De VOORZITTER stelt alsnu voor, het schrijven van
den heer Snijders voor kennisgeving aan te nemen.
Daartoe wordt besloten.
11. Adres van G. H. F e s k e n s, verzoekende hem on
derhands te willen verhuren een perceel bouwland, gelegen
onder Teteringenthans in huur bij M. Voeten.