164 24 APRIL 1922. 12. Adres van L, A. J. van de Corput en A. Klee- m a n s, ieder voor zich verzoekende aan hen onderhands te verhuren een perceel bouwland onder Teteringen. De VOORZITTER geeft in overweging, deze beide adressen te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. De heer KLUFT zou in overweging willen geven, de be doelde perceelen bouwland niet onderhands, doch publiek te verhuren adressanten zijn gewone particulieren. De VOORZITTER verklaart, dat met de opmerking van den heer Kluft rekening zal worden gehouden. Alsnu wordt besloten, de beide adressen te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 13. Adres van W. Roos alhier, verzoekende ontheffing van art. 14 der bouwverordening ten behoeve van het maken eener overdekte bergplaats voor isoleermateriaal op het perceel aan de Ceresstraat n°. 5. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en den directeur der Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wethouders om de gevraagde ontheffing te verleenen onder de daarbij aan gegeven voorwaarden. De VOORZITTER doet voorlezing van een nader inge komen adres van buurtbewoners, houdende bezwaren tegen het verleenen der ontheffing, op grond van het vermoeden, dat in de te maken bergplaats zeer vuile materialen, welke schadelijke bestanddeelen bevatten, zullen worden opgeborgen, waardoor hun tuin onbruikbaar zou worden gemaakt. Spr. zegt, dat bij de ontwerp-voorwaarden met dit bezwaar bereids is rekening gehouden, en is van oordeel, dat, wanneer inderdaad stofverwekkende materialen in de loods worden opgeborgen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 164