b. dat op de geheele open ruimte, op de teekening aangegeven, niets worde gebouwd of opgericht d. dat de te bouwen bergplaats niet van bestem ming verandere en nimmer geheel of gedeeltelijk tot woning worde ingericht of gebruikt b. als lid-werknemer 24 APRIL 1922. adressant de gevraagde uitzondering toe te staan onder de volgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel c. dat de bergplaats niet hooger worde opgetrok ken dan op de teekening is aangegeven, zijnde 5 Meter e. dat niet anders dan stofvrije materialen in de loods mogen worden opgeborgen dat ter voldoening aan art. 5 der Woningwet eene teekening, ingericht volgens art. 99 der bouwverordening, ter goedkeuring worde aan geboden aan Burgemeester en Wethouders g. dat, wanneer binnen twee maanden na de dag- teekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze ge acht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voorwaarden de verleende uitzonde ring vervalt. 14. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter voorziening in de vacaturen van lid-werkgever en lid werknemer in de bij raadsbesluit van 3 September 1918 in gestelde commissie voor de Werkverschaffing, ontstaan door vertrek uit de gemeente van de heeren H. V r i e n s en M. A. V e r v a a r t, ter benoeming aanbevelende: a. als lid-werkgever 10. A. J. M. M e t s e r s, 20. J. F. X. V e r m e u 1 e n i°. P. C h r. van de Wijngaard,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 166