if o
24 APRIL 1922.
king tot het einde van het kalenderjaar 1922 te blijven be-
kleeden.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
18. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het
adres van het bestuur der Fröbelschool van het Departement
Breda der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, verzoe
kende wijziging van de verordening, betreffende het verlee-
nen van subsidie ten behoeve van bewaarscholen, luidende
als volgt
„Bij raadsbesluit van 12 Juli 1919 (gemeenteblad no 293)
werd eene verordening vastgesteld, betredende het verleenen
van subsidie ten behoeve van bewaarscholen.
Bij die verordening werd o.m. bepaald, dat subsidie ten
behoeve van bewaarscholen slechts kan worden verleend,
indien de opbrengst der schoolgelden niet meer bedraagt
dan gemiddeld 25 cent per leerling en per week.
Naar aanleiding hiervan bereikte Uwen raad het hierbij
teruggaand adres van het Bestuur der Fröbelschool van het
Departement Breda der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen,
waarin gevraagd wordt te willen bepalen, dat de hiervoor
genoemde eisch niet zal gelden voor de onder dat bestuur
staande school.
Ten aanzien van deze zaak meenen wij allereerst te
kunnen verwijzen naar de behandeling van de desbetreffende
verordening in uwe vergaderingen van 21 October en 14
December 1918, 16 April, 22 Mei en 12 Juli 1919.
Oorspronkelijk was door ons college voorgesteld, dat
alleen die scholen voor subsidie in aanmerking zouden
kunnen komen, waar de opbrengst der' schoolgelden niet
meer zou bedragen dan gemiddeld 20 cent per leerling en
per week. Een door den heer van Iersel ingediend
amendement, om dit bedrag op 25 cent te brengen, werd
door ons college overgenomen, wijl daartegen geen princi
pieel bezwaar bestond en ontmoette ook bij den raad geen
bedenking.