172 24 APRIL 1922. na en wijst er op, dat toen de schoolgeldgrens na breed voerige overwegingen is vastgesteld op 25 cent per leerling en per week. Burgemeester en Wethouders hebben in dit adres geen aanleiding gevonden om voor te stellen, de limiet te verhoogen. De heer HORNIX zal dan een amendement indienen om de limiet op 50 cent te stellen. De VOORZITTER vindt zulks enorm hoog. De bestaande subsidie-regeling heeft tot dusver geen moeilijkheden opge leverd, dan alleen ten opzichte van deze bewaarschool. De heer HAALMAN zegt, dat de heer H o r n i x een zaak in het debat heeft gebracht, welke ernstige overweging verdient. De heer H o r n i x heeft n.l. gezegd, dat de be wuste school ook wordt bezocht door kinderen wier ouders het schoolgeld niet kunnen betalen. Spr. vindt dit een bij zonder geval. Het betreft hier de eenige neutrale bewaar school in deze gemeente de overige zijn alle van religieuze richting. Vele ouders of verzorgers verkeeren, bij gebrek aan openbaar bewaarschoolonderwijs, in de noodzakelijkheid hunne kinderen naar deze neutrale school te sturen. Spr. moet de billijkheid van het toekennen eener subsidie op dien grond erkennen. Wanneer die subsidie wordt verstrekt, zal een gevolg daarvan zijn, dat het schoolgeld kan worden vermin derd. Spr. geeft Burgemeester en Wethouders in overweging, de zaak nader te beschouwen en opnieuw een grens vast te stellen met betrekking tot het schoolgeld. De heer HORNIX vindt dit een goede oplossing en kan er zich wel mede vereenigen. De VOORZITTER merkt op, dat, wanneer we de limiet thans gaan verhoogen, wij als het ware een invitatie richten aan andere bewaarscholen om ook het schoolgeld te ver hoogen ten einde subsidie te verkrijgen. Spr. gelooft niet, dat wij op die wijze tot een goede uitkomst zullen geraken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 172