24 APRIL 1922.
181
drankbestrijdersvereenigingen van andere richting om toe
kenning vari subsidie komen, dan zal ook spr.'s fractie die
verzoeken zooveel mogelijk trachten te steunen, hoewel spr.
het in deze niet geheel eens is met het voorstel van den heer
Van Zweden. Hij stelt dan ook voor, het Kruisverbond
een jaarlijksche subsidie van f 100,te geven.
De VOORZITTER verklaart, dat het College een warm
voorstander is van drankbestrijding. Iets anders is het echter,
of de gemeente daarvoor geld moet uitgeven. Het College
staat op het standpunt, dat men de drankbestrijding op
verschillende manieren kan steunen. Willigt de Raad het
verzoek van het Kruisverbond in, dan brengt zulks groote
consequenties mede, want dan zullen ook andere vereeni-
gingen, die hier ter stede hetzelfde doel nastreven, om sub
sidie komen. Nu vinden enkele leden dit geen bezwaar,
doch, afgezien van de financieele lasten, welke daarmede
op de gemeente worden gelegd, levert b.v. het denkbeeld
van den heer van Zweden nog deze moeilijkheid op, dat
het voor den Raad zeer lastig zal zijn, het geld naar rato
te verdeelen. Bovendien zijn het niet alleen die vijf andere
vereenigingen, die om subsidie zullen komen, doch daar zijn
nog de Vereeniging tot bestrijding van de Prostitutie, het
Roode Kruis, de Vereeniging tot bescherming van alleen
reizende vrouwen en meisjes, het Groene Kruis enz. enz.,
alle nuttige instellingen, die dan ook misschien aanspraak
zullen maken op overheidssteun in den vorm van subsidie-
verleening. Wij zouden dus een gevaarlijk precedent scheppen
en spr. vraagt zich af of het nu wel het geschiktste moment
is om zich daarin te begeven. Spr. kan de woorden van
den heer Kluft met betrekking tot de onheilen, welke door
het drankmisbruik worden aangericht, volkomen onderschrij
ven, doch het College heeft daarin geen reden kunnen
vinden om het prae-advies terug te nemen.
De heer OOSTVOGELS stemt in met de woorden van
den lieer Kluft, waar deze hulde brengt aan het werk van