24 APRIL 1922. De heer HAALMAN wil even de aandacht vestigen op hetgeen door hem al eens vroeger is gezegd, n.l. dat de Provinciale Staten jaarlijks f 1500,beschikbaar stellen voor de drankbestrijding in het algemeen, welk bedrag ponds pondsgewijze over de verschillende bonden in deze provincie wordt verdeeld. Spr. zou willen aanbevelen iets dergelijks ook hier te doen. Wanneer het voorstel-B o g m a n s mocht worden aangenomen, dan zitten we vast aan een bedrag van f 100,als de andere vereenigingen komen. Spr. zou daar om het denkbeeld van den heer Van Zweden, om jaar lijks f 500,beschikbaar te stellen, in ernstige overweging willen geven we kunnen dan een subsidie-reglement vast stellen. Het wil spr. voorkomen, dat dit de meest billijke oplossing is, terwijl we dan ook niet telkens behoeven te stemmen, wanneer een nieuwe vereeniging met een subsidie aanvraag komt. De heer LIJDSMAN vindt het ook beter een algemeene regeling te treffen, nu wel te verwachten is, dat ook andere drankbestrijdersvereenigingen om subsidie zullen komen. De heer CERUTTI verklaart zijn stem aan het prae-advies van Burgemeester en Wethouders te hebben onthouden om te komen tot een algemeene subsidie-regeling. De heer KLUET gaat accoord met het gesprokene door den heer Haaiman, doch merkt op, dat'het Kruisverbond toch het balletje aan het rollen heeft gebracht. Spr. zou daarom aan dezen bond alvast een zeker bedrag willen geven, want wanneer de andere vereenigingen eens niet om subsidie komen, dan komt er van de heele zaak niets terecht. De VOORZITTER zegt, dat daarvan geen sprake ishet Kruisverbond krijgt in elk geval een zeker bedrag. Het lijkt spr. echter beter toe daarmede te wachten tot een algemeene regeling getroffen is voor de verdeeling der gelden zal een maatstaf moeten worden gevonden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 183