184 24 APRIL 1922. De heer KLUFT gaat van het standpunt uit, dat de zaak op de lange baan zal worden geschoven. De VOORZITTER Burgemeester en Wethouders zullen zorg dragen, dat de zaak zoo spoedig mogelijk in orde komt laten we zeggen vóór Augustus. De heer BOGMANS verklaart hiermede genoegen te nemen, mits het geen jaar duurt. Besloten wordt, dat Burgemeester en Wethouders den Raad een ontwerp-subsidie-regeling zullen voor leggen. 25. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op adressen van de beide vereenigingen tot bescherming van zuigelingen voor Breda en omstreken, om toekenning van subsidie, luidende als volgt „Met terugzending van de adressen om subsidie van de beide hier ter stede gevestigde vereenigingen tot bescher ming van zuigelingen, welke adressen om prae-advies in onze handen werden gesteld, hebben wij de eer U het volgende te berichten. In Uwe vergadering van 18 October 1919 (zie gedrukte notulen pag. 404 en 405) werd, als beschikking op subsidie aanvragen van die vereenigingen, besloten, dat zij, behou dens goedkeuring- door Gedeputeerde Staten, over 1919 en volgende jaren zullen kunnen rekenen op eene subsidie uit de gemeentekas ten bedrage van 50 n/0 van hetgeen door particulieren in het betrokken boekjaar aan de vereeniging is bijgedragen, doch in geen geval hooger dan noodig is om een eventueel nadeelig slot over dat jaar te dekken en onder uitdrukkelijke voorwaarde, dat de bepalingen van art. 14 der Armenwet worden nageleefd. Deze wijze van subsidieering bevredigt de beide instellin gen niet. Liever zagen de bestuurderen aan hare instellingen een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 184