24 APRIL IQ22.
185
vast bedrag per jaar toegekend, omdat zij dan vooraf hare
gedragslijn zouden kunnen vaststellen en zich eenigszins
verzekerd konden achten van de middelen, waarover zij in
den loop van het jaar hadden te beschikken. Thans, zoo
wordt beweerd, hangt de subsidie eenigszins in de lucht.
Zij strekt alleen om een eventueel nadeelig slot te dekken,
terwijl men er steeds op bedacht moet zijn, dit nadeelig
saldo zoo gering mogelijk te doen zijn.
De vereenigingen verkeeren dus in de meening, dat zij
hare vleugelen niet vrij kunnen uitstrekken en dat zij ook
meer zouden kunnen bereiken, indien zij jaarlijks over een
vast bedrag te beschikken hadden.
In 't algemeen voelen wij voor die bezwaren wel iets en
lijkt het ons, bij nadere overweging, wel wenschelijk eenige
wijziging te brengen in de tot dusver gevolgde wijze van
subsidieeren.
Daarbij zal echter steeds rekening moet gehouden worden
met de uitdrukkelijke bepaling van art. 14 der Armenwet,
hetwelk o a. voorschrijft, dat de subsidie alleen mag worden
verleend in zeer bijzondere gevallen en bij volstrekte nood
zakelijkheid, hetgeen moet blijken uit de jaarlijks in te zen
den rekening en verantwoording der instelling.
Verder moet worden aangetoond, dat ten behoeve der
instelling op redelijke wijze is 'en wordt bijgedragen door
hen, van wie overeenkomstig haar aard in den regel bij
dragen verwacht kunnen worden en dat haar bestuur heeft
gedaan en blijft doen, wat in zijn vermogen is, om die bij
dragen te doen toenemen.
Uit deze bepaling blijkt hetgeen trouwens ook de be
doeling der Armenwet is dat het particulier initiatief
behoort voor te gaan en dat de gemeente slechts aanvullend
kan optreden, waar het particulier initiatief te kort schiet.
Dit is ook het standpunt, dat wij in deze zaak wenschen
in te nemen.
Het streven van beide vereenigingen is ons zeer sympa
thiek en gaarne willen wij ertoe medewerken, om de over
matige zuigelingensterfte zooveel mogelijk-te helpen bestrijden.