i8
30 JANUARI 1922.
De heer KORTEWEG Dan moeten we er dus tweemaal
over doen, terwijl het nu in eens had gekund
Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
21. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op het
voorstel van het raadslid P. Haaiman in zake cokes-ver-
koop tegen verminderden prijs aan werklooze ingezetenen,
luidende als volgt
„Om prae-advies stelde Uwe vergadering in onze handen
het hierbij teruggaand voorstel van Uw medelid, den heer
Haaiman, strekkende om aan werklooze ingezetenen der
gemeente op vertoon van de werkloosheidskaart cokes tegen
verminderden prijs beschikbaar te stellen.
Naar aanleiding van dit voorstel mogen wij allereerst in
herinnering brengen de verschillende verzoeken van dezelfde
strekking, welke gedurende de afgeloopen oorlogsjaren Uwen
Raad bereikten en waarvan de inwilliging steeds is afgestuit
eensdeels op de bezwaren, welke aan eene behoorlijke uit
voering in den weg stonden en bovendien en dit niet
in het minst om redenen van principieelen aard.
Dit laatste bezwaar bestaat bij ons ook thans. Niet uit
het oog mag worden verloren, dat de gasfabriek is een
commercieel bedrijf en dat zij moet trachten voor hare bij
producten de hoogst mogelijke prijzen te maken.
Dit kan er toe leiden, dat de prijzen van het hoofdpro
duct, wier afnemers in hoofdzaak Bredasche inwoners zijn,
op een zoodanig cijfer kunnen worden vastgesteld, dat daarin
ruimschoots een aequivalent wordt gevonden voor de meer
dere kosten van het bijproduct.
Het denkbeeld van den voorsteller, dat de prijsverminde
ring slechts voor eene kleine categorie van ingezetenen zal
gelden en de mindere opbrengst van de cokes geen invloed
zal kunnen uitoefenen op de prijsregeling van het hoofd-