24 APRIL 1922.
32. Adres van F. C. Schroder alhier, daarbij ont
heffing verzoekende van art. 14 der bouwverordening voor
deze gemeente, ten behoeve van den bouw van een pakhuis
op het perceel aan de Dieststraat n°. 42, kadastraal bekend
sectie A, n°. 96.
Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond
heidscommissie en den directeur van Openbare Werken,
alsmede een voorstel van Burgemeester en Wethouders om
de gevraagde ontheffing te verleenen onder de daarbij aan
gegeven voorwaarden.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt besloten aan adressant de ge
vraagde uitzondering toe te staan onder de vol
gende voorwaarden
a. dat geen veranderingen worden gebracht in de
grenzen van het perceel
b. dat op de overblijvende open ruimte, op de
teekening aangegeven, niets worde gebouwd of
opgericht
c dat het pakhuis niet van bestemming verandere
en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning
worde ingericht of gebruikt
d. dat het pakhuis, in afwijking met de teekening,
niet hooger worde opgetrokken dan 2,70 Meter
e. dat ter voldoening aan art. 5 der Woningwet
eene teekening, ingericht volgens art. 99 der
bouwverordening, aan Burgemeester en Wet
houders ter goedkeuring worde aangeboden
dat, wanneer binnen vier maanden na de dag-
teekening van dit besluit van de verleende ont
heffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht
wordt niet te zijn verleend
en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van
een dezer voorwaarden, de verleende ontheffing
vervalt.