24 APRIL 1922.
209
De VOORZITTER stelt voor, de punten 42a, 43 en 44
tegelijktijdig te behandelen.
Daartoe wordt besloten.
42a. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vast
stelling van een plan met begrooting van kosten voor den
bouw eener smederij, fïtterswerkplaats, magazijn, wasch- en
badinrichting enz., een en ander verband houdende met den
ombouw van de Gasfabriek.
43. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om in
verband met den ombouw der Gasfabriek het bestaande
stokerijgebouw af te breken en te vervangen door een ander
gebouw, hetwelk voor verschillende doeleinden zal worden
bestemd.
44. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot onder-
handsche aanbesteding van de levering van de kolen- en
cokestransportinrichting bij het Gasbedrijf aan de firma
Stork te Hengelo en de cokesbreek-, separatie- en bunker
inrichting bij dat bedrijf aan de firma Smulders te
Utrecht.
De VOORZITTER zegt, dat deze voorstellen bij den Raad
reeds een onderwerp van bespreking hebben uitgemaakt en
door den Directeur der Lichtbedrijven zijn toegelicht. Spr.
zou thans willen vragen of een der leden daaromtrent nog
een vraag had te stellen.
De heer MEIJVIS zou op gevaar af, dat de heer
Oostvogels hem weer zal verwijten voor zijn eigenbelang
op te komen in verband met de heerschende werkloos
heid willen vragen om als voorwaarde in de bestekken de
bepaling op te nemen, dat zooveel mogelijk werkkrachten
uit Breda moeten worden aangenomen.
Dè heer OOSTVOGELS U zijt belanghebbende