2 f 4
24 APRIL 1922.
en de Brugstraat hebben van die brug enorm veel schade
ondervonden. Nu het toch nog maanden zal duren eer de
nieuwe Tolbrug voor het verkeer wordt opengesteld, vindt
spr. het nog wel de moeite waard om de noodbrug gelijk
vloers te maken. Spr. heeft zich trouwens meermalen afge
vraagd Waarvoor dient die hooge brug, terwijl er nu toch
geen doorvaart is
De heer LIJDSMAN antwoordt, dat die kwestie herhaal
delijk is onderzochtde Directeur van Openbare Werken
zag er evenwel bezwaar in om de brug gelijkvloers te leggen.
Spr. vindt thans den tijd te kort om nog daartoe over te gaan.
De VOORZITTER doet vervolgens mededeeling van de
derde vraag van den heer Haaiman, luidende als volgt
„Welke bestemming stellen Burgemeester en Wethouders
zich voor te doen geven aan de vóór enkele weken in de
bladen vermelde 3e uitkeering uit de Oorlogswinstbelasting,
groot f 242.109,
Spr. zegt hierop te kunnen antwoorden, dat die gelden
zullen worden besteed om crisisleeningen af te lossen.
De heer HAALMAN zegt dit antwoord verwacht te hebben.
Spr. meent echter, dat de crisisleeningen zijn verdisconteerd
in een groote leening.
De VOORZITTER deelt mede, dat een gedeelte van de
gelden gereserveerd moet blijven voor de aflossing van een
leening bij de Boerenleenbank.
Rondvraag.
i. De heer HORNIX herinnert er aan,, dat de Voor
zitter hem in de raadsvergadering van 20 Maart j.l., bij
de behandeling van de kwestie over het optreden der politie
in de Societeitslokalen van de Vereeniging „Concordia" heeft
toegevoegd, dat spr. voorzichtig moest zijn met ambtseedige