30 JANUARI 1922-. 23 zelfs maar voor een klein deel mede geholpen en de be- hoeftigen in het geheel niet. Ten slotte merkt spr. nog op, dat van al zijn wagens in den laatsten tijd geen enkele is gehaald om cokes af te halen aan de Gasfabriek, wel een bewijs, dat de menschen daar niet zoo om verlegen zitten als door den heer Haaiman wordt beweerd. De heer MOLL verklaart, dat het voorstel-H a a 1 m a n aanvankelijk zijn sympathie had. Spr. weet, dat er groote nood heerscht onder de werkloozen. Doch bij nadere over weging moeten wij ons neerleggen bij het prae-advies van Burgemeester en Wethouders, omdat wij anders niet alleen een gevaarlijk precedent zouden scheppen, maar ook een zeer groote onbillijkheid zouden begaan tegenover andere behoef- tigen, die niet werkloos zijn. In dergelijke gezinnen zijn soms nog minder inkomsten dan in die gezinnen, waarvan het hoofd werkloos is. Bovendien is controle onmogelijk, want wie vallen er onder en waar is de grens Bij de uit voering van dit voorstel zou dus nog noodig zijn een bij zondere contróle, die waarschijnlijk meer zou kosten dan de cokes-verstrekking op zich zelf! De heer Haaiman heeft zoo terloops gezegd, dat bij het inwerkingtreden van de voorgestelde steunregeling voor werkloozen, deze hoogstens f 12 per week steun zullen ont vangen. De heer Haaiman moet de zaak echter niet vertroebelen hij weet heel goed, dat voor ieder gezinslid boven de twee personen tot een maximum van 10 personen f 1,35 per week wordt bijbetaald. Bij de voorstellen voorkomende onder de nummers 22, 23 en 24 dezer agenda heeft men dubbele contróle bij het voorstel-H a a 1 m a n is contróle niet mogelijk of zeer kost baar, terwijl dit bovendien nog aanleiding zal geven tot groote onbillijkheid jegens andere behoeftigen. De heer KORTEWEG was het aanvankelijk met het prae- advies van Burgemeester en Wethouders eens, doch nu hij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 23