8 JUNI 1922.
255
Ofschoon beide vereenigingen ongetwijfeld bevorderlijk
zijn aan de geestelijke ontwikkeling van de Bredasche be
volking, wil het ons toch voorkomen, dat eene bijdrage,
als door de vereenigingen is aangevraagd, met het oog op
den toestand der gemeentefinanciën niet gerechtvaardigd is.
Wij hebben de eer U derhalve voor te stellen, aan elke
vereeniging over het jaar 1921 toe te kennen eene subsidie
van f 500.--
De heer KORTEWEG vraagt, waarom het subsidie-bedrag
ditmaal minder is, dan het vorig jaar.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit bedrag niet op een
vaste basis berusttot nog toe ontbreekt een goede maat
staf voor de berekening.
Zonder verdere bedenkingen wordt overeenkom
stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
47. Nota van aanmerkingen van Gedeputeerde Staten
op de gemeente-rekening, dienst 1920, met ontwerp-antwoord
van Burgemeester en Wethouders.
De heer HAALMAN meent, dat hij deze gelegenheid niet
mag laten voorbijgaan zonder te releveeren de buitengewone
activiteit van Gedeputeerde Staten om deze zaak af te doen
De VOORZITTER zegt, hier geen zoodanige critiek op
de handelingen van hoogere colleges te kunnen toelaten.
De heer HAALMAN wil toch nog even zeggen, dat hij
opmerkingen over een verschil van een V2 cent en een
mandaat, dat 8 cent te hoog is gesteld, belachelijk vindt.
Zonder eenige bedenking wordt daarop het ont
werp-antwoord onveranderd goedgekeurd en vast
gesteld.