30 JANUARI 1922. 25 middel van cokes-verstrekking tegen verminderden prijs. Ook is spr. het er mede eens, dat, als men daartoe zou willen overgaan, er dan nog zoovele andere behoeftigen zijn, die men daarvan niet zou mogen uitsluiten. Een en ander is oorzaak, dat spr. zich niet met het voorstel-H a a 1 m a n kan vereenigen. De heer KORTEWEG heeft er geen bezwaar tegen, dat arme gezinnen met kleine kinderen, die vergaan van honger en kou, met een paar H.L. cokes worden geholpen. De heer SCHRAUWEN is het in zoover met den heer Haaiman eens, dat ,|diens voorstel practisch uitvoerbaar is. Moet er geholpen worden, dan mogen z.i. echter niet alleen de werkloozen daarvan profiteeren, maar alle behoef tigen. Alleen in geval de heer Haaiman het voorstel in dien zin wijzigt, kan spr. zich er mede vereenigen. De heer KLUFT is van meening, dat als er werkelijk hulp noodig is, den werkloozen meer uitkeering moet worden gegeven, maar dat de Gasfabriek moet blijven, wat zij is. De heer OOSTVOGELS wenscht den heer Korteweg op te merken, dat er niet alleen gezinnen zijn met kleine, doch ook met groote kinderen, die inbrengen. De heer HAALMAN zou den heer Oostvogels een tegenvraag willen stellen, n.l. of deze spr.'s voorstel wel goed heeft gelezen. In dat voorstel staat immers voldoende ver meld, dat beschikbaarstelling plaats heeft op vertoon van een afgestempelde werkloosheidskaart. De controle is dus zoo gemakkelijk mogelijk en behoeft geen bezwaar uit te maken. Spr. erkent het bezwaar, dat zijn regeling alleen geldt voor werkloozen en niet voor andere behoeftigen, doch spr. wil niets liever dan ook die andere daarvan te laten profiteeren. Hij heeft hen echter niet in zijn voorstel opge nomen, omdat dit dan wellicht zou zijn afgestuit op onuit voerbaarheid, terwijl daarvan bij de tegenwoordige redactie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 25