8 JÜNt 1922. 267 De heer MOLL antwoordt den heer Cerutti, dat het niet alleen tabaksbewerkers zijn, die niet aan de werkver schaffing kunnen deelnemen de zwakke werkloozen worden gestuurd naar dr. B e i n t e m a, die keurt of zij al dan niet voor het werk geschikt zijn. Als de steunverleening ophoudt, raken die afgekeurde arbeiders broodeloos. Spr. staat verbaasd over den heer Oostvogels, die zooeven f 1000,wilde geven aan den heer Kriens, die daarvoor niets heeft gedaan, en 50 gezinnen wil laten uit hongeren door hun alle inkomsten te onthouden. Voorts heeft de heer Oostvogels gevraagd of het groote aantal werkloozen verband houdt met de staking in de bouwvakken het heeft daarmede niets te maken. Volgens de verordening verleent de Arbeidsbeurs haar bemiddeling niet tot het plaatsen van werkzoekenden bij een werkgever van wieh haar bekend is, dat in zijn bedrijf of onderneming een werkstaking of uitsluiting heerscht. Bij dergelijke gevallen neemt zij een neutraal standpunt in. Wat het vervoer per auto betrefthet terrein van de werkverschaffing ligt 21/i uur van Breda verwijderd. Men kan toch niet vergen, dat, als de menscben 8 uur werken, ZÜ n°g 5 uur heen en weer loopen. De heer Lij ds man heeft gezegd, laat hen elders werk zoeken. Het is echter een feit, dat er zoo min hier als in andere plaatsen werk is te vinden. Spr. heeft de overtuiging, dat er wel gewerkt wil worden, doch dat er geen werk is. De Voorzitter acht, nu het zomer is, het tijdstip gekomen om de steunregeling stop te zetten. Dat thans het juiste moment daarvoor nog niet is aangebroken, zegt ons het feit, dat er naast de 83 werkloozen, die onder de huidige steunregeling vallen, nog 380 staan ingeschreven bij de Ar beidsbeurs. Met de bewering, dat het trekken van steun den arbeider zijn energie zou ontnemen, kan spr. zich niet ver eenigen, daarvoor is het bedrag, dat aan steun wordt uitge keerd, te gering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 267