8 JUNI 1922.
269
loon ontvangt. Voorts is bepaald, dat het garantie-loon na
3 weken ophoudt en de kindertoeslag vervalt.
De heer MEIJVIS vraagt of de uitkeering bij ziekte ook
komt te vervallen.
De heer MOLL antwoordt, dat de heer M e ij v i s zijn
opvatting in deze kent.
De heer HORNIX merkt op, dat hem uit de mededeeling
van den heer Moll dat er een limiet gesteld is moeten
worden is gebleken, dat de werklust verminderd is ten
gevolge van de steunregeling.
De heer MEIJVIS De menschen zijn aan dat werk niet
gewend, vandaar dat zij weinig presteeren.
De heer FEBER merkt op, dat het voorstel van Burge
meester en Wethouders tweeledig is, n.l. i°. de steunregeling
af te schaffen en 20. een crediet te verleenen voor werk
verschaffing. Spr. geeft in overweging, over beide onderdeelen
afzonderlijk te stemmen, teneinde een zuivere uitkomst te
verkrijgen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Daarop wordt in stemming gebracht het voorstel van
Burgemeester en Wethouders om de steunregeling af te
schaffen, hetwelk wordt verworpen met 16 tegen 4 stemmen.
Tegen: mevrouw Neve-Reintjes en de heeren C e-
r u 11 i, M e ij v i s, Kluft, L o o m a n s, Haaiman,
Schrauwen, Van Zweden, Clement, Korteweg,
Moll, Van Dijk, Martens, Bogmans, Van Groe-
nendael en Cohen.
Voor: de heeren Hornix, Oostvogels, Lijdsman
en F e b e r.