8 JUNI 1922. 271 om overeenkomstig de overgelegde exploitatie-rekening, aan het Rijk aan te vragen een bouwvoorschot van ten hoogste f 381.834,een grondvoorschot van ten hoogste f 44.457,25 en eene jaarlijksche bijdrage in de exploitatie van ten hoogste f 7.022,97. Wij kunnen hieraan nog toevoegen, dat de bouwcommissie zich bereids met de bouwplannen heeft vereenigd." De heer VAN ZWEDEN vraagt, wat de reden is, dat dit moet voorgaan bij de aanvraag van de Algemeene Woning- bouwvereeniging. De VOORZITTER antwoordt, dat dit iets anders is het betreft hier gemeentegrond. Met de Algemeene Woning- bouwvereeniging wordt over de samenstelling van het contract onderhandeld. Zonder verdere bedenkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 41. Schriftelijke vragen van het raadslid A. W. Oost vogels, in zake de heffing van rechten voor het gebruik van openbaren gemeentegrond, met antwoord van Burge meester en Wethouders, een en ander luidende als volgt: 10. Is het juist, dat door verschillende caféhouders hier ter stede voor het gebruik van gemeentegrond ter uitoefening van hun bedrijf geen enkele vergoeding wordt betaald in de gemeentekas 2°. Vinden Burgemeester en Wethouders dit niet onbillijk tegenover vele andere neringdoenden, zoowel inwoners als vreemdelingen, die voor gebruik van gemeentegrond wel hebben te betalen 3°. Indien de eerste vraag bevestigend beantwoord wordt, mag ondergeteekende dan verwachten, dat Burge meester en Wethouders maatregelen zullen treffen, opdat deze bevoorrechting ten spoedigste een einde zal nemen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 271