8 JUNI 1922. 2 77 De VOORZITTER zegt, dat de heer Oostvogels dergelijke vragen beter schriftelijk aan hem persoonlijk kan indienen, dan er hier in den Raad mede te komen. 2. De heer HORNIX vraagt, hoe het met de annexatie plannen staat. De VOORZITTER deelt mede, dat dezer dagen een des betreffende nota van Burgemeester en Wethouders aan Ge deputeerde Staten is gericht. De heer HAALMAN vraagt, of de Raad weer van die nota moet kennisnemen door middel van de courant. De VOORZITTER De nota zal zeer spoedig vóór publi catie, ter kennis van de Raadsleden worden gebracht. 3. De heer HORNIX wil de attentie vestigen op het feit, dat de onderscheidene torenklokken in deze gemeente een van elkaar afwijkenden tijd aanwijzen. Spr. weet wel, dat zulks voor nabijgelegen scholen gedaan wordt, doch hij vindt dit euvel daarmede niet te rechtvaardigen. De VOORZITTER Uwe klacht zal overgebracht worden aan den uurwerkmaker. 4. De heer KLUFT voelt zich gedrongen hier een woord van krachtig protest te laten hooren tegen de menschont- eerende wijze, waarop de nesten van roeken in de boomen aan den Chassésingel zijn uitgeroeid geworden. Het deed spr. oprecht veel genoegen toen dit wreed bedrijf op dringend verzoek gestaakt werd. Is er werkelijk reden om die nesten te verwijderen, laat men het dan doen als de vogels geen jongen hebben. De VOORZITTER ziet eerder een woord van hulde in dit protest, voor de snelle wijze, waarop na mededeeling de actie is stopgezet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 277