3o JANUARI 1922.
29
het althans beter, dat een deel der ingezetenen daarvan
profiteert dan niemand.
De heer MOLL vindt, dat de zaak hier toch werkelijk op
de spits wordt gedreven. Het wordt voorgesteld alsof de
werkloozen met de regeling van den heer Haaiman gered
zijn. Spr. is ervan overtuigd, dat de administratie daaraan
verbonden veel meer zal kosten, dan de eigenlijke cokes
verstrekking, afgezien nog van het feit dat de regeling aan
leiding geeft tot groote onbillijkheden.
De heer HAALMAN Dan heeft U van administratie niet
het minste verstand
De VOORZITTER merkt nog op, dat, indien het voorstel
van den heer Haaiman mocht worden aangenomen, ver
moedelijk de noodige hoeveelheid cokes in gebreke zal
blijven de breed opgezette zaak loopt allicht op niets uit.
Het prae-advies van Burgemeester en Wethouders
wordt hierop in stemming gebracht en verworpen
met 10 tegen 7 stemmen.
Tegen mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren Kor-
t e w e g, Haaiman, M e ij v i s, Cohen, van Zweden,
Schrauwen, Bogmans, van Groenendael en
Clement.
Voor: de heeren Lijdsman, Hornix, Oostvogels,
Loomans, Moll, Kluft en Cerutti.
De heer HORNIX vraagt of het voorstel van den heer
Haaiman tengevolge van deze stemming wordt geacht te
zijn aangenomen of dat hierover nog een afzonderlijke stem
ming moet plaats hebben.
De VOORZITTER antwoordt, dat, indien niemand der
leden daarover een afzonderlijke stemming verlangt, dit
voorstel wordt geacht te zijn aangenomen.