3o JUNI 1922.
305
2°. Vermeent U dan ook niet, dat, waar gebreken aan
kelderluiken enz. van particulieren door de politie
aan het hoofdbureau gerapporteerd worden, het ook
tot de taak der politie behoort, bevindingen van
openliggende rioolkolken en levensgevaarlijke openin
gen in verkeerswegen te rapporteeren?
30. Zoo ja, mag ondergeteekende dan verwachten, dat
door U de politie alsnog op deze taak wordt gewezen,
aangezien dagen achtereen op gevaarlijke plaatsen
deze gevaarlijke toestand voortduurt?
Spr. zegt, dat de beide eerste vragen gereedelijk bevestigend
beantwoord kunnen worden. Wat de derde vraag betreft
dergelijke mededeeiingen worden geregeld gedaan. Voorts
leest spr. voor, het begeleidend schrijven, luidende als volgt
„Ik heb de eer UEdelachtbare toe te zenden bijgaande
vragen, waarop ik gaarne antwoord ontving in de eerstvol
gende raadszitting.
Ue aanleiding tot deze vragen vond haar oorsprong in
het feit, dat dagen nadat ik wees op de rioolkolken in de
Nieuwe Dieststraat deze nog openlagen, de kuilen in het
fietspad aan de Kloosterlaan niet werden dichtgeworpen en
een week lang een rioolkolk openlag aan den ingang der
Chassé-kazerne, waarop sinds al dien tijd een stoel heeft
gestaan ten einde ongelukken te voorkomen.
De kuilen in het fietspad aan de Kloosterlaan, alsmede
de rioolkolk aan de Chassé-kazerne zijn door mij persoonlijk
thans dichtgemaakt. Ik hoop, dat de heer Haaiman de
kolken in de Nieuwe Dieststraat zal dichtmaken."
Naar aanleiding van dit schrijven heeft spr. maar één
verzoek aan den heer O o s t v o g e 1 s, nh voortaan met
zijn edelachtbare handen van weg en werken af te blijven.
De heer OOSTVOGELS Sinds drie jaren ligt aan den
Boeimeersingel bij den politiepost een rioolkolk open. Als
bij een politieagent een knoop aan zijn uniform ontbreekt