30 JUNI 1922. 307 zoo ja, dan zou hij willen vragen, voortaan daarmede te breken. De hoofdzaak van dit alles is voor sprdat wij door het voorgevallene verstoken zijn van de goede con certen van het Zesde en rest derhalve nog de belangrijke vraag of er pogingen in het werk zijn gesteld, opdat alsnog die concerten op de Markt worden gegeven. De VOORZITTER antwoordt, dat de mededeeling, waarop de heer Haaiman doelt, volgens gewoonte door middel van een politie-agent is gedaan dergelijke aanvragen, ook die voor draai-orgels, reclame-wagens enz., worden steeds yia de politie behandeld. Overigens wist spr. niet, dat de aanvragers iets met het Zesde hadden uit te staanhet verwonderde hem toen hij dat later vernam. De toestemming werd geweigerd, omdat er al zooveel wordt gecollecteerd en men, waar het een doel geldt, dat niet de gemeente betreft, voorzichtiger moet zijn om een uitzondering op den gewonen regel te maken. In hoeverre de afwijzing met het geven van concerten op de Markt in verband staat, weet spr. niet. Verleden jaar heeft het Zesde uit zichzelf aangeboden concerten op de Markt te geven. Wij zullen dus goed doen met kalm af te wachten of dit aanbod zich herhaalt. Gebeurt dit niet, dan is dit in zooverre niet erg, daar alle Dinsdagen en ook vele Zaterdagen reeds be<et zijn. Bovendien is er een bestendig festival in 't zicht, zoodat het hier ook dezen zomer aan muziek niet ontbreekt. 2. De heer CERUTTI merkt op, dat het schoolgeld voor de Weensche kinderen, volgens de heffingsverordening op de pleegouders moet worden verhaald. Spr. vindt zulks in 't algemeen onbillijk. De VOORZITTER belooft die zaak te zullen onderzoeken. 3. De heer OOSTVOGELS vestigt de aandacht op de verwarring stichtende wijze, waarop het Van Coothplein overgaat in de Lange Stallcnstraat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 307