3i JULI 1922.
321
overbodig, daar aanspraak op pensioen eerst verkregen wordt,
nadat een wethouder vier achtereenvolgende jaren het ambt
heeft bekleed, waardoor reeds een pensioenbedrag van
f 640,per jaar wordt bereikt.
Artikel 7. Wij achten het juist tot de intreding van het
5 iste levensjaar de helft van het pensioen uit te keeren, wijl
ook de algemeene regelingen van pensionneering in aan
merking genomen een volle pensioensuitkeering op jon
geren leeftijd, die tot allerlei werkzaamheden zooveel beter
gelegenheid laat, niet goed te verdedigen is en de gemeen
telijke financiën ongegrond en te zwaar zou kunnen belasten".
De VOORZITTER deelt mede, dat de heer Haaiman
zijn ontwerp-verordening heeft ingetrokken en heden amen
dementen op het ontwerp van Burgemeester en Wethouders
heeft ingediend. In verband met een onderzoek van deze
amendementen door Burgemeester en Wethouders, geeft spr.
in overweging, de behandeling van dit punt aan te houden
tot de volgende vergadering en verzoekt eventueele andere
amendementen zoo spoedig mogelijk in te zenden.
De heer HAALMAN had verwacht, dat de door hem in
gediende ontwerp-verordening met memorie van toelichting
naast het ontwerp van het College zou worden rondgezonden
dit is echter niet gebeurd. Toen heeft spr. gemeend- beter
te doen met zijn ontwerp in te trekken en de quintessence
ervan bij wijze van amendementen op de ontwerp-verordening
van Burgemeester en Wethouders in te dienen. Ten slotte
verklaart spr. zich bereid zijn amendementen nog nader toe
te lichten.
De heer OOSTVOGELS vraagt of naar aanleiding van dit
voorstel nog geen adressen van belastingbetalende burgers
zijn ingekomen.
De VOORZITTER Uw vraag kan met „neen" beantwoord
worden.