31 JULI 1922. 323 17. Schrijven van J. J. van W i e c h e n, eervol ontslag verzoekende als lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs. De VOORZITTER stelt voor, het gevraagde ontslag eer vol te verleenen onder dankbetuiging voor de bewezen diensten. Dienovereenkomstig wordt besloten. 18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot toe kenning van een crediet ad f 400,voor den dit jaar te houden algemeenen volkszangdag. De heer COHEN vraagt, wanneer deze volkszangdag zal worden gehouden. De VOORZITTER antwoordt, dat de zangdag vermoede lijk op Zaterdag 23 September a.s. zal plaats hebben. De datum staat echter nog niet vast en zal door middel van de pers nader worden bekend gemaakt. Spreker kan reeds nu mede- deelen, dat er ver over de 1000 kinderen aan den zangdag zullen deelnemen. De heer KORTEWEG vraagt, of het in de bedoeling ligt de kinderen te tracteeren. De VOORZITTER zegt, dat daartoe het voornemen be staat. Alsnu wordt conform het voorstel van Burgemees ter en Wethouders besloten. 19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot definitieve benoeming van J. J. L ij m b a c h als leeraar in het theoretisch vakonderwijs aan de Ambachtsschool en aan de Avondschool voor ambachtslieden, resp. met ingang van 26 Juni en 1 October 1922. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 323