32 30 JANUARI 1922. wordt gepleegd, om voor de gemeenten gunstiger bepalingen te verkrijgen in verband met de van Rijkswege te verstrekken tegemoetkoming. Wij hebben de eer U derhalve in overweging te geven tot de hiervoor bedoelde regeling mede te werken, te reke nen van 1 Januari 1922, waarbij echter het voorbehoud moge worden gemaakt, dat ten aanzien van de eventueel voor de gemeenten gunstiger bepalingen, die een gevolg zouden kunnen zijn van het gepleegd wordend overleg, ook deze gemeente daarvan de werking zoude ondervinden. Aangezien voor deze uitkeeringen geen post op de be grooting is uitgetrokken, stellen wij U voor, daartoe een crediet te openen van ten hoogste f 20000.en deze uit gaaf te bestrijden uit den post „onvoorziene uitgaven" van het loopende dienstjaar". De VOORZITTER maakt er den Raad opmerkzaam op, dat, indien dit voorstel niet mocht worden goedgekeurd, de werk- loozenkassen niet meer zullen kunnen uitbetalen. Het College heeft bij den Minister aangedrongen om alsnog gunstiger bepalingen vast te stellen voor de gemeenten, in verband met de van Rijkswege te verstrekken tegemoetkoming deze poging heeft evenwel nog niet tot een resultaat geleid. Des niettemin hebben Burgemeester en Wethouders gemeend, dat de Raad wel met dit voorstel zou meegaan en hebben zij de kassen dus voort laten gaan met het doen van uit keeringen. De heer KORTEWEG betreurt het, dat wij zooveel geld moeten uitgeven, waarvoor wij niets terug ontvangen spr. zou daarvoor productieven arbeid wenschen. De heer MOLL antwoordt den heer Korteweg, dat men deze kwestie niet moet verwarren met steunverleening aan werkloozen en werkverschaffing. Deze menschen hebben recht op werklooze verzekering waarvoor zij wekelijks con tributie betalen aan de kas.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 32