3i JULI 1922. 331 Paviljoen verkeert, dringend verbetering behoeft en overwe gende, dat de ingeslagen weg niet tot de gewenschte resul taten kan leiden, hebben wij de eer U voor te stellen a. in te trekken Uw besluit van den 20 September 1921 inzake de verhuring van het Paviljoen in het Valkenberg; b. gedurende de jaren 1921/22 en 1922/23 de zaken met de Groote Sociëteit af te wikkelen als de onmiddellijk daaraan voorafgaande jaren, alzoo volgens de bepa lingen der op 1 Mei 1921 bestaande overeenkomst; c. met ingang van 1 Mei 1923 voor f 1000,over te nemen alle eigendommen der Groote Sociëteit, zich bevindende op het aan die Sociëteit verhuurde gedeelte van het Valkenberg. Bij aanneming van dit voorstel hopen wij U te zijner tijd nadere voorstellen betreffende de exploitatie enz. te doen toekomen." De VOORZITTER licht dit voorstel nog nader toe en deelt mede, dat van de zijde van den pachter van het Pa viljoen, den heer J. Nuijten, nog een verzoek is ingekomen om het Paviljoen voor 25 jaren te mogen huren tegen een pachtsom van f 500,per jaar, terwijl hij van zijn kant bereid is de plannen tot verbetering van het Paviljoen uit te voeren. Burgemeester en Wethouders zijn echter van meening, dat op een zoodanige lange pacht niet kan worden ingegaan en handhaven derhalve hun voorstel. De heer CLEMENT vraagt, of bij overneming van de eigendommen der Groote Sociëteit door de gemeente tevens de drankvergunning overgaat. De VOORZITTER antwoordt, dat die vergunning komt te vervallen, daar zij aan de Groote Sociëteit behoort en de gemeente overigens in dit eventueel eigendom geen vergun ning zal kunnen houden. Zonder verdere bedenkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1922 | | pagina 331