332
3i JULI 1922.
30. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot op
heffing der zekerheidstelling van M. F. M. G. Keule n,
voormalig directeur der Gemeente-reiniging.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
31. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter vaststelling aanbiedende een ontwerp-verordening, rege
lende de voorwaarden voor waterverstrekking uit de water
leiding der gemeente Breda.
De VOORZITTER deelt mede, dat heden op deze ont
werp-verordening, die na het noodige overleg is vastgesteld,
amendementen zijn ingediend door den heer Haaiman,
welke nogal van zeer verre strekking zijn. Spr. heeft daardoor
den indruk ontvangen, dat de heer Haaiman in de Gas-
commissie zijn zin niet heeft gekregen en nu langs dezen
weg poogt zulks te bereiken.
De heer LIJDSMAN verklaart als voorzitter van de Gas-
commissie, dat de heer Haaiman in de commissie-ver
gadering met het voorstel accoord ging.
De VOORZITTER: Dan is mijn veronderstelling niet juist
geweest, doch dan betreur ik het (en zeerste, dat de heer
Haal man zijn amendementen niet eerst in de Gascom-
missie ter sprake heeft gebracht. De zaak zal nu moeten
worden aangehouden.
De heer CERUTTI dringt op directe behandeling aan en
geeft in overweging, den heer Haaiman zijn amendementen
te laten verdedigen.
De VOORZITTER zou een beslissing in deze niet op zijn
verantwoording willen nemen vóórdat de Directeur der
Lichtbedrijven gehoord is. Spr. stelt daarom voor, over deze
zaak thans niet te spreken en de behandeling ervan aan te
houden tot de volgende vergadering.