31 JULI 1922.
345
houders voornemens zijn tegelijkertijd met hun voorstel een
schema in zake de werkverschaffing iti te zenden.
De VOORZITTER bevestigt zulks.
Zonder verdere bedenkingen wordt besloten de
bestaande steunregeling tot 24 Augustus a. s. te
verlengen.
39. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij-
ziging van art. 4 der verordening op de heffing eener plaat
selijke inkomstenbelasting, luidende als volgt
„Zooals uit het hierbijgaande schrijven van heeren Gede
puteerde Staten dezer provincie blijkt, maakt de Minister
van Binnenlandsche Zaken bezwaar tegen een hoofdaftrek
van f 800,— opgenomen in de verordening tot heffing van
een plaatselijke inkomstenbelasting, zulks in verband met
den kinderaftrek.
Z.i. is een hoofdaftrek van f 700,voldoende, tenzij de
kinderaftrek worde teruggebracht op f 25,per kind.
Aangezien het in het belang der zaak is tijdverlies te
voorkomen en het wel vruchteloos zal zijn zich tegen het
door den Minister geuitte bezwaar te verzetten, hebben wij
de eer U in overweging te geven, als het o.i. in dit geval
meest wenschelijke, om den hoofdaftrek terug te brengen
tot f 700, met handhaving derhalve van den kinderaftrek,
art. 4 der heffingsverordening dienovereenkomstig te wijzigen
en die in haar geheel opnieuw vast te stellen".
De VOORZITTER licht het voorstel nader toe.
De heer HAALMAN is het met Burgemeester en Wet
houders eens, dat het in dit geval het meest wenschelijke
is om den hoofdaftrek te verminderen. Daarvan zal echter
het gevolg zijn, dat de belasting f 30.000,meer zal
opbrengen dan aanvankelijk in de bedoeling lag. Een