34
30 JANUARI 1922.
De heer MOLL vertelt den heer Oostvogels, dat,
wanneer iemand werkloos is, hij verplicht is zich te laten
inschrijven en het werk te aanvaarden, dat voor hem als
passend wordt beschouwd. Het gemiddeld bedrag van de
maximum-uitkeeringen der kassen gedurende het vorig jaar
was slechts f 16. De heer Oostvogels kan dus gerust
zijn de luiheid wordt door deze voorstellen niet aange
kweekt.
De heer COHEN zegt, dat er bij den heer Oostvogels
een misverstand moet heerschen omtrent de loonen aan de
Kwatta-fabriek deze zijn niet f20 en f21, maar f28 a f 29
voor gehuwden.
De heer OOSTVOGELS Ik heb ook nog de Suikerfabriek
genoemd
De VOORZITTER merkt naar aanleiding van de motie-
Me ij v i s op, dat ook hij de bezwaren gevoelt tegen de 78
dagen wachttijd. Daardoor worden de werklieden bevroren
in hun beroep en wordt hun de prikkel naar een ander vak
benomen. Het is echter de vraag, hoe die bepaling te wijzi
gen dit wordt in de motie van den heer M e ij v i s niet
aangegeven. Wat nu betreft den wensch om de uitkeering
te brengen op het peil van 1921, daarover kunnen de raads
leden zich zonder gegevens geen oordeel vormen. In de
steunverleening aan de werkloozen zit voor een groot deel
een stukje loonpolitiek. Daarbij kan de neiging voorzitten
om de loonen te doen dalen, maar ook om ze op peil te
houden Spr. kan daar op 't oogenblik niet verder op in
gaan. Hij ziet niet in, dat, alvorens de zaak scherp onder
de oogen is gezien, men dit ineens aan den Minister kan
vragen en vindt het derhalve verstandiger om het voorstel
van Burgemeester en Wethouders aan te nemen.
De heer MEIJVIS vindt, dat de heer Oostvogels wel
een cursus voor werkloosheidsverzekering mag gaan volgen.